In 2015 vierde de kleinste Setra aller tijden zijn zestigste verjaardag. In het jaar waarin hij werd geïntroduceerd verraste de Setra S 6 voor maximaal 25 passagiers de vakwereld met een geslaagd busontwerp en technische finesses die hem de rijeigenschappen van een personenauto gaven. Het historisch belangrijke model is met maar liefst twee exemplaren vertegenwoordigd in de Setra oldtimercollectie.
Happy Birthday Setra S 6!
Dat waren nog eens tijden: in 1955 werd de Bondsrepubliek Duitsland lid van de NAVO en de DDR van het Warschaupact. In Wolfsburg rolde de miljoenste kever van de band, James Dean schitterde op het witte doek in de film ‘Rebel without a Cause’ en racelegende Juan Manuel Fangio won met Mercedes zijn derde Formule 1-titel.
Een andere sensatie werd echter bijna over het hoofd gezien: op de Autosalon van Genève presenteerde Kässbohrer na de S 8 en de S 10 het derde model van zijn serie 10. Geen pronk en praal of show – het was slechts een eenvoudig bordje met het opschrift ‘S 6’ dat het vakpubliek op het nieuwe voertuig wees. Ook Richard Gebauer, hoofdredacteur van het vakblad ‘lastauto omnibus’, moest twee keer kijken om vast te stellen dat ‘het type S 6 een van de interessantste voertuigen op de hele tentoonstelling was’. Een zelfdragende carrosserie, onafhankelijke wielophanging voor en achter, de motor achterin en een snelheid tot wel 100 kilometer per uur – dat was tot dan toe ondenkbaar in een voertuigklasse die gedomineerd werd door 1,5 tot 2,5 tonners met een frontmotor.
In 2015 wordt de Setra S 6 zestig jaar. En de originele S 6 van de Autosalon van Genève staat in zijn oorspronkelijke donkerblauwe lak te glanzen tussen de andere voertuigen van de Setra oltimercollectie alsof de tijd stil is blijven staan. De passagiersruimte met zijn reisstoelen en de chauffeursplaats met de mooie ronde instrumenten zien eruit als nieuw. Het origineel van de Autosalon van Genève? Nou, niet helemaal. De bus met 22 zitplaatsen en chassisnummer 55587 uit de Setra oldtimercollectie is niet het voertuig dat in 1955 werd tentoongesteld, maar lijkt er als twee druppels water op sinds het in 2007 uitgebreid werd gerestaureerd.
Aan deze verjongingskuur gingen echter bewogen jaren vooraf. De blauwe S 6 bracht zijn vroege jeugd vanaf 1958 door in Düsseldorf bij busondernemer Albert Küppers. Ondanks het feit dat de Setra 6 niet één van de goedkoopste bussen voor kleine reisgezelschappen was, zou hij toch uiterst rendabel zijn. De viercilindermotor met een vermogen van 85 pk die Kässbohrer door Henschel liet bouwen en die volgens de specificaties slechts 11,5 liter diesel per 100 kilometer verbruikte, vormde een krachtig aankoopargument. En bij de passagiers was de kleine Setra zeer geliefd. De bus was gemakkelijk toegankelijk dankzij de lage instap met slechts één trede, de passagiersruimte had een royale stahoogte van 1,85 m in de middengang en de comfortabele ligstoelen konden tot aan de middengang worden uitgetrokken. En laten we ook het uitstekende uitzicht dankzij de glazen dakrand en het geweldige rijcomfort niet vergeten. Wat dat laatste betreft kon de S 6 het moeiteloos wedijveren met elke personenauto.
‘... Met meer dan 1,5 miljoen kilometer op de teller maar nog steeds in goede staat ...’
Het was dan ook deze eigenschap die aan het begin van de jaren zestig de aandacht trok van de Technische Hogeschool in Ulm. Een compacte bus met onafhankelijke wielophanging voor en achter leek het ideale meetvoertuig. De oorspronkelijke rubberen vering volgens het zogenaamde Neidhardt-principe was intussen vervangen door veerelementen van gevulkaniseerd rubber, wat dezelfde rijeigenschappen maar een lager gewicht en een langere levensduur opleverde. In 1962 schafte de hogeschool dus een rode Setra S 6 aan voor carrosserie- en koppelmetingen. Er werd voor de eenvoudigste uitvoering gekozen, maar deze werd op verzoek wel van een zeer speciale optie voorzien: de wielkasten bestonden deels uit plexiglas dat vrij zicht op de wielophanging gaf. Zo’n tien jaar later werd de rode S 6 met 70.000 kilometer op de teller buiten gebruik gesteld en vond hij zijn weg terug naar de fabriek. Hij is nu een van de weinige bussen in de Setra oldtimercollectie die niet gerestaureerd zijn en zich nog in de originele staat bevinden.
Pas veel later, in 1988, keerde ook de kleine ‘blauwe’ terug. Na vijftien jaar in Düsseldorf en later in Herbede aan de Ruhr te hebben doorgebracht, werd de bus overgenomen door busondernemer Strasek uit Piran in het toenmalige Joegoslavië. Met meer dan 1,5 miljoen kilometer op de teller maar nog steeds in goede staat bood Strasek de Setra S 6 van de firma Kässbohrer te koop aan. Hij bracht de bus ter gelegenheid van de huisbeurs in november 1988 hoogstpersoonlijk naar Ulm.
De twee Setra S 6’s zijn tegenwoordig regelmatig op beurzen en evenementen in heel Europa te bewonderen. Zo krijgt iedereen de kans om een glimp op te vangen van de allerkleinste Setra. Happy birthday Setra S 6!